Functies van jeugdliteratuur

 

Wanneer men veel leest, neemt men (on)bewust woordenschat over. Als je een woord een aantal keer gezien hebt, weet je automatisch hoe het geschreven wordt. Bij mij is dit ook zo, door te lezen leer je (deels) schrijven. Voor mij, als lezer, is de formele functie van groot belang. Niet dat je daar op let als je leest, of dat je dat bewust, maar het is wel belangrijk voor je taalverwerving. Ook als toekomstige leerkracht vind ik dit zeer belangrijk, omdat je al doende leert.


Als ik een boek lees, is het voor mij essentieel dat ik me kan inleven in de rol van een personage, als dat niet zo is dan vind ik het boek meestal niet goed. Daarom is voor mij identificatie fundamenteel. Als leerkracht zou ik dit minder belangrijk vinden, omdat dat van kind tot kind afhangt. Dan is de informatieve functie even belangrijk, zolang het boek maar voldoet aan de wensen van het lezende kind.  En of dat nu het vinden van een identificatiepersoon is of kennis opdoen, voor mij is het hoofddoel van literatuur: bijleren en ontspannen.


Het ethische niveau van de maatschappelijke functie is van belang. Als lezer heb ik veel zaken gelezen en geleerd waarbij ik anders niet zou hebben stilgestaan. Allerlei onderwerpen die niet in je leefwereld horen, waar je anders niet mee in aanraking komt, krijg je voorgeschoteld in een boek. Als leerkracht lijkt me dit een zeer mooie manier om maatschappelijke, niet alledaagse problemen te bespreken. Als je een boek leest over een maatschappelijk onderwerp, zoals abortus, kom je veel te weten zonder dat je wetenschappelijke, serieuze teksten of artikels moet raadplegen. En soms schrijft de auteur het vanuit een ongewoon standpunt, wat de lezer kan aanzetten tot nadenken over die (soms toch wat gevoeligere) onderwerpen.