Wat is de plastic zak benauwend en wat stinkt hij! Ik kijk om me heen, ik zie mijn zusje en mijn broertje. We zitten op elkaar gepropt.
‘Psst, weet jij waar we naartoe gaan?’ “
‘Ne, nee, ne’, stamelt Lou, ‘Ik ben zo bang van die schokken telkens en die bruuske bewegingen. Waarom kon Kevin ons nou niet gewoon thuis laten?’
‘Geen idee, zus, maar ik denk dat we niet snel terug naar huis gaan. Ach, zolang Kevin er is, komt het wel goed. Hij heeft toch altijd voor ons gezorgd?’
De bruuske bewegingen houden plots op. We voelen de rugzak even omhoog gaan en vervolgens weer omlaag. Vervolgens vliegen we naar voor en daarna weer naar achter. Het lijkt wel een ritje in zo’n rollercoaster. Niet dat we daar ooit in geweest zijn, nee want daar hadden ze bij Kevin thuis geen geld voor, plus wij zijn honden.... wij mogen daar niet in.
Plots voel ik een warme hand rondom mijn bibberend lijf.
Oef, en ik kijk terwijl ze naar Lou die nog in de rugzak zit, Kevin gaat ons meenemen naar ergens anders. We zijn weer veilig en zolang we in zijn grote handen liggen, kan er ons weinig gebeuren.
‘Hé, Boris, zijn we hier als eens geweest? Wat een vreemde plek is dit!’ zegt Lou wanneer ze in Kevins hand zit en een stukje van de omgeving kan zien.
‘Nee, dat denk ik niet. Hier zijn geen auto’s, geen straten, hier is de grond helemaal anders.’
Kevin zet me neer en hij fluistert ons in het oor dat alles goed komt, dat we hier konden spelen en dat we veilig zijn. De grond voelt raar, de grond voelt plakkerig en nat. Wel leuk om in te spelen. Het lijkt wel zo’n reuze zandbak van in het park!
Ik hoor een fluitsignaal, dat ene hele bekende signaal, het is Kevin. Hij wenkt ons naar een soort boot. Daar lijkt het toch op, maar ik weet eigenlijk niet wat het is. Misschien is het een hondenhok in deze speciale wereld waar er enkel zand is.
Kevin heeft in de boot een huisje gemaakt, hij legt ons stuk voor stuk in de mand. Ik ben niet op mijn gemak. Het is hier nog vuiler dan thuis, het is hier koud en het stinkt hier. Ik kruip wat dichter tegen Lou en Boris aan, dat houdt ons warm. Ik denk dat zij ook bang en ongerust zijn. We kruipen nog maar wat dichter tegen elkaar aan.
‘Aawwwwww!’ Oh nee, dat is Boris, Boris begint altijd direct te janken als hij hulp nodig heeft. Hij is echt het lievelingetje van Kevin. Vanaf dat Boris jankt, geeft Kevin hem alle aandacht. Zie je wel, hij schuift ons bed al dichter naar hem toe. Toegegeven, het heeft ook zo zijn voordelen, dat gejank van Boris. Zo neemt Kevin ons ook allemaal onder zijn deken en worden we allemaal wat verwend. Ik zie dat hij extra blikken met eten heeft meegenomen, dat hebben we al enige tijd niet meer gehad. Dat wordt smullen vanavond!
Voor ik goed en wel kan stilstaan bij wat we al dan niet zouden eten vanavond, voel ik het steeds kouder worden. Ons nieuwe huisje is nat, overal is er water en overal hoor ik druppels vallen.
Kevin fluistert ons als voor de derde keer toe vandaag dat hij voor ons zal zorgen. Als ik even rond kijk, geloof ik er niet veel van. Het water stijgt alsmaar. En we kunnen nog niet zwemmen.....