Itamars Hemelpoort - Heide Boonen

Korte inhoud:


Jeanneke en haar mama, die in België wonen, gaan op vakantie bij tante Roos in Portugal. Daar leert Jeanneke Itamar kennen, die haar meeneemt naar de mooiste plekjes in het vissersdorpje. Zo ook de ‘hemelpoort’, waar volgens de opa van Itamar goede geesten uit de hemel naar aarde komen.
Maar er is niet enkel Itamar waar Jeanneke zich mee bezig houdt, nee ook het gedrag van tante Roos roept heel wat vragen op bij Jeanneke. ‘Waarom is ze zo boos tegen mij? Wat heb ik haar misdaan? Waarom zei mama dat ze dit al veel eerder hadden moeten doen? En waarom heb ik nooit een papa gehad?’

 

 

Verwerkingsopdracht D5

Donderdag 15/7/2000
Vandaag ben ik met Itamar naar het strand gegaan. Hij is mij vanochtend komen ophalen met een grote mand vol eten en drinken. We hebben bij de hemelpoort gezeten en we hebben er wijn gedronken en geroosterde sardientjes gegeten. Het was de eerste keer dat ik wijn dronk zonder dat mama er bij was. Ja, mama.... mama was vandaag weer bij tante Roos. Ik heb ze bezig gehoord. Over mij. Alweer. Toen ik met Itamar terug van het strand naar het dorp ging, zijn we langs zijn moeder gegaan, die gaf mij een grote kartonnendoos die ik aan tante Roos moest geven. Waarom vindt iedereen haar zo aardig? Ben ik dan echt de enige die haar niet leuk vind? Ik liep dus met de grote doos naar het huisje van tante Roos. Daar hoorde ik mama en Roos ruzie maken. Tante Roos riep naar mama dat ze nooit had moeten komen, en dat ze al zeker niet ‘dat kind van d’r’ moest meenemen. Mama klonk erg wanhopig en droevig. Ik vraag me echt af waarom tante Roos nu zo boos is op me. De eerste keer dat ik haar, of beter zij mij, gezien heeft, was ik 4 maanden oud. Misschien heb ik iets verkeerds gezegd tegen haar... of misschien vindt ze het niet leuk dat ik met Itamar optrek.
Ik heb dan maar gedaan alsof ik niets gehoord heb en ik heb de doos achtergelaten in de keuken. Ik denk dat ze mij gehoord hebben, want plots hielden ze op met ruzie maken. Och ja, maakt ook niet uit, want binnen 2 weken zijn we hier weg, dan hoef ik die stomme tante niet meer te zien. Ik ga Itamar wel missen. En de hemelpoort. En het strand. En de sardientjes. En de lieve visser. Maar tante Roos, die niet.